Indien je als werkgever een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan je werknemer, betaal je hiervoor aan de RSZ een solidariteitsbijdrage. Deze bijdrage is afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig en van het type brandstof.
Voor voertuigen die vóór 1 juli 2023 werden aangekocht, geleased of gehuurd, wordt de solidariteitsbijdrage als volgt berekend (formule sedert 1 januari 2023):
Benzinevoertuigen | [(CO2-uitstoot x 9) – 768] : 12 x 1,5046 |
Dieselvoertuigen | [(CO2-uitstoot x 9) – 600] : 12 x 1,5046 |
LPG-voertuigen | [(CO2-uitstoot x 9) – 990] : 12 x 1,5046 |
Minimumbijdrage | € 31,34 per maand |
In het kader van de vergroening van de mobiliteit, zal de solidariteitsbijdrage vanaf 1 juli 2023 fors stijgen. De regering wil hiermee de werkgevers aansporen om te investeren in emissievrije bedrijfswagens.
Voor wagens aangeschaft vanaf 1 juli 2023, moet de bovenstaande formule immers vermenigvuldigd worden met een bepaalde factor:
Vanaf 1 juli 2023 | x 2,25 |
Vanaf 1 januari 2025 | x 2,75 |
Vanaf 1 januari 2026 | x 4,00 |
Vanaf 1 januari 2027 | x 5,50 |
De minimumbijdrage blijft tot en met 31 december 2023 behouden op € 31,34 per maand. De datum waarop de bestelbon werd opgesteld en ondertekend, is hierbij doorslaggevend. De leveringsdatum van de wagen is dus niet van belang.
Aan het fiscale voordeel alle aard in hoofde van de werknemer wijzigt er niets.
Bron: Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, BS 3 december 2021.
Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!