Wanneer u aan één van uw werknemers een bedrijfswagen ter beschikking stelt en hij deze ook voor privédoeleinden mag gebruiken, dan zal u hiervoor een solidariteitsbijdrage moeten betalen aan de RSZ.
De solidariteitsbijdrage is afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig, maar ook van het type brandstof. De berekeningsformule wordt elk jaar op 1 januari geïndexeerd op basis van het gezondheidsindexcijfer van de maand september.
Vanaf 1 januari 2019 zal het bedrag van de solidariteitsbijdrage als volgt worden berekend:
Benzinevoertuigen: [( CO2-uitstoot x 9) – 768] : 12 x 1,2950
Dieselvoertuigen: [( CO2-uitstoot x 9) – 600] : 12 x 1,2950
LPG-voertuigen: [( CO2-uitstoot x 9) – 990] : 12 x 1,2950
De minimumbijdrage per maand ligt vanaf 1 januari 2019 vast op € 26,97. De bijdrage voor de elektrisch aangedreven voertuigen bedraagt eveneens € 26,97 per maand.
Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!