Loopbaansparen is een nieuw systeem dat werknemers de mogelijkheid biedt om tijd op te sparen met de bedoeling om deze gespaarde tijd later tijdens de loopbaan als verlof op te kunnen nemen.
Op die manier kan de werknemer zelf zijn professionele loopbaan wat sturen en adempauzes inlassen op de momenten wanneer de werknemer dit zelf nodig vindt.
Loopbaansparen is een vrije keuze van de werknemer. Een werknemer kan dus niet verplicht worden om deel te nemen aan een stelsel van loopbaansparen.
Via het stelsel van loopbaansparen kan de werknemer de volgende tijdsperiodes opsparen:
- de vrijwillige overuren voorzien in de wet betreffende werkbaar en wendbaar werk;
- de conventionele verlofdagen voorzien op sector- of ondernemingsvlak;
- het krediet van 12 uren dat overgedragen kan worden in het kader van glijdende uurroosters;
- overuren gepresteerd in het kader van een buitengewone vermeerdering van het werk of een onvoorziene noodzaak die uitbetaald worden in plaats van ingehaald worden.
Wettelijke verlofdagen kunnen niet worden opgespaard. In de toekomst kan een koninklijk besluit ook voorzien dat premies in geld (bv. de eindejaarspremie) opgespaard kunnen worden om deze daarna om te zetten in verlof.
Het wettelijk kader voor het loopbaansparen werd opgenomen in de wet werkbaar en wendbaar werk (Wet Peeters) en is in werking getreden op 1 februari 2018.
Om effectief gebruik te kunnen maken van dit wettelijk stelsel van loopbaansparen, moet deze maatregel wel eerst nog geactiveerd worden op sectorniveau.
Als er in de sector geen cao over het loopbaansparen werd gesloten, moet de werkgever aan de sector vragen om de nodige maatregelen te treffen. Hiervoor moet de onderneming ofwel zelf ofwel via een werkgeversorganisatie een vraag tot invoering van het loopbaansparen aanhangig maken bij de voorzitter van het bevoegde paritair comité.
Vanaf het indienen van de aanvraag krijgt de sector nog zes maanden de tijd om hierover een sectorale cao uit te werken. Wanneer er binnen deze periode van zes maanden geen sectorale cao wordt gesloten, dan kunnen de ondernemingen van de betrokken sector zelf beslissen om het stelsel van loopbaansparen te activeren door het sluiten van een ondernemings-cao.
De sectorale cao of de ondernemings-cao die wordt gesloten over dit loopbaansparen moet wel minstens de volgende vermeldingen bevatten:
- de tijdsperiodes die kunnen worden opgespaard;
- de periode waarin de betrokken tijdselementen kunnen worden opgespaard;
- de wijze waarop de werknemer de opgespaarde tijd kan opnemen;
- de waardering die zal worden toegepast wanneer de gespaarde tijd wordt opgenomen (of uitbetaald);
- de manier waarop het loopbaansparen wordt beheerd en de waarborgen voor de werknemer;
- het lot van het loopbaansparen wanneer de onderneming in vereffening zou gaan.
Op de website van de FOD WASO kan u nagaan voor welke sectoren er al een vraag tot invoering van loopbaansparen werd gesteld en voor welke sectoren er al een sectorale cao over loopbaansparen werd gesloten.
U vindt deze informatie op www.meta.fgov.be bij thema’s/ werkbaar en wendbaar werk/ verloven/ loopbaansparen. Een lijst van aanhangigmakingen en cao’s omtrent loopbaansparen vindt u hier terug.
De eerste aanvraag tot activering van een stelsel van loopbaansparen werd op 3 april 2018 door een onderneming ingediend bij PC 109 (Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf) en PC 215 (Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf). De sociale partners van deze sectoren beschikken nu over een termijn van zes maanden, dus tot 2 oktober 2018, om een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten in verband met loopbaansparen.
Wanneer deze sectoren tegen 2 oktober 2018 geen sectorale cao over loopbaansparen uitgewerkt zouden hebben, kunnen alle ondernemingen van deze sectoren die dat wensen een stelsel van loopbaansparen invoeren door het sluiten van een ondernemings-cao. De werkgevers moeten hierbij dan wel de bepalingen over loopbaansparen uit de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk respecteren.
Bron: Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 15 maart 2017; K.B. van 25 juni 2017 tot uitvoering van artikel 39 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, B.S. 5 juli 2017 en www.meta.fgov.be.
Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!