De FOD Financiën heeft in het Belgisch Staatsblad van 26 januari 2018 een bericht gepubliceerd over de automatische indexering van een aantal bedragen voor inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019). Hieronder vindt u een overzicht van enkele bedragen die van belang kunnen zijn in de loonberekening:
Vrijstelling werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer
Voor verplaatsingen met een privé-vervoermiddel geldt in 2018 een fiscale vrijstelling van € 400 per jaar op voorwaarde dat de werknemer ervoor opteert om zijn werkelijke beroepskosten niet aan te tonen.
Fietsvergoeding
De kilometervergoeding die wordt toegekend voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling wordt in 2018 voor een bedrag van maximum € 0,23 per kilometer vrijgesteld van belasting en dus ook van bedrijfsvoorheffing.
Bedrijfswagens
Het minimumbedrag van het voordeel van alle aard voor het privégebruik van een bedrijfswagen wordt voor 2018 vastgelegd op € 1.310 per jaar.
Kunstenaars
De bedragen die aan kunstenaars toegekend worden ter vergoeding van de gemaakte kosten voor kleinschalige artistieke activiteiten kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld zijn van RSZ en bedrijfsvoorheffing.
Deze kostenvergoedingen in het kader van de zogenaamde kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars zijn beperkt tot de volgende bedragen voor 2018:
- de vergoeding bedraagt maximum € 126,71 per kalenderdag in 2018;
- de kunstenaar mag maximum € 2.534,11 verdienen voor al zijn artistieke prestaties samen in 2018.
Sportbeoefenaars
Het grensbedrag van de bruto beroepsinkomsten voor sportbeoefenaars wordt voor 2018 vastgelegd op € 19.670 per jaar.
Studentenarbeid: de student als belastingplichtige
Een student die beroepsinkomsten uit studentenarbeid of onderhoudsuitkeringen ontvangt, moet in principe een aangifte in de personenbelasting indienen. In deze aangifte moeten alle belastbare inkomsten vermeld worden, ook het gedeelte dat niet als bestaansmiddelen wordt beschouwd en waarmee dus geen rekening wordt gehouden om te bepalen of de student nog ten laste van zijn ouders is.
De ongehuwde student wiens jaarlijks netto-belastbaar inkomen in 2018 (aanslagjaar 2019) lager ligt dan € 7.730 zal echter geen personenbelasting verschuldigd zijn.
Studentenarbeid: de student als persoon ten laste
Voor inkomstenjaar 2018 blijft de student ten laste van de ouders wanneer de totale inkomsten van de student lager zijn dan de hieronder vermelde bedragen:
Algemeen:
Bruto belastbaar inkomen* 2018: € 4.088
Netto belastbaar inkomen* 2018: € 3.270
Kind van een alleenstaande ouder:
Bruto belastbaar inkomen 2018: € 5.900
Netto belastbaar inkomen 2018: € 4.720
Gehandicapt kind van een alleenstaande ouder:
Bruto belastbaar inkomen 2018: € 7.488
Netto belastbaar inkomen 2018: € 5.990
- Opgelet: Om te bepalen of de inkomsten lager liggen dan deze grenzen, moet er geen rekening gehouden worden met:
- de eerste schijf van € 2.720 van de bezoldigingen verkregen door studenten in uitvoering van een studentenovereenkomst;
- de eerste schijf van € 3.270 van de onderhoudsuitkeringen die aan de student zijn toegekend.
* bruto belastbaar: bruto-inkomsten – sociale bijdragen
* netto belastbaar: bruto belastbaar bedrag – 20% aftrekbare kosten met een minimum van € 450 in 2018
PC-privéplan
Onder bepaalde voorwaarden wordt de tussenkomst van de werkgever in de door zijn werknemers gedane aankoop van een pc, randapparatuur en printer, internetaansluiting, internetabonnement en software, fiscaal vrijgesteld.
Voor het inkomstenjaar 2018 is de werkgeverstussenkomst vrijgesteld voor een bedrag van maximum € 880 per belastbaar tijdperk. Indien de werkgever een hogere tussenkomst verleent, dan wordt het gedeelte boven het maximale toegestane bedrag een belastbare bezoldiging voor de werknemer.
Het voordeel van de tussenkomst van de werkgever kan enkel toegekend worden aan werknemers met een beperkt inkomen. Het bruto belastbare jaarloon mag in 2018 niet hoger liggen dan € 34.540.
Loonbonus
Voor inkomstenjaar 2018 bedraagt het maximale fiscaal vrijgestelde bedrag voor de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen van CAO nr. 90 van de NAR € 2.880.
Verwarming en elektriciteit
Het kosteloos ter beschikking stellen van verwarming en/of elektriciteit door de werkgever aan de werknemer is een voordeel in natura. Dit voordeel wordt door de fiscus forfaitair gewaardeerd. Dit zijn de geïndexeerde bedragen voor inkomstenjaar 2018.
Elektriciteit:
Bedrijfsleiders en leidinggevend personeel: € 990
Andere verkrijgers: € 450
Verwarming:
Bedrijfsleiders en leidinggevend personeel: € 1.990
Andere verkrijgers: € 900
Bron: Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen – aanslagjaar 2019, B.S. 26 januari 2018.
Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!