In een vorig nieuwsbericht lieten we u reeds weten dat de regering lagere starterslonen wil mogelijk maken voor jongeren zonder werkervaring om op die manier de werkgelegenheidskansen voor jongeren te verhogen. In de relancewet die op 30 maart 2018 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werd, werd hierover een regeling uitgewerkt.
In het kader van de startersjobs mag de werkgever het loon van een nieuwe werknemer die jonger is dan 21 jaar en nog geen werkervaring heeft, verminderen met 6% (voor een werknemer van 20 jaar), 12% (19 jaar) of 18% (18 jaar). Een vermindering is wel enkel mogelijk indien u de jongere normaal aan het (sectoraal) minimumloon zou verlonen.
Om te vermijden dat de werknemer – als gevolg van het toepassen van de verminderingspercentages – netto minder zou verdienen, zal de werkgever bovenop het loon een forfaitaire toeslag moeten betalen. In eerste instantie was het de bedoeling van de regering om deze toeslag vrij te stellen van socialezekerheidsbijdragen (zowel voor werkgever als voor werknemer) en van bedrijfsvoorheffing. In ruil voor het betalen van de extra toeslag, mag de werkgever de betaalde toeslag in mindering brengen van de bedrijfsvoorheffing die hij aan de Staat moet doorstorten.
Uitstel?
In de relancewet werd voorzien dat de maatregel in werking zou treden op 1 juli 2018 en van toepassing is op de arbeidsovereenkomsten die vanaf 1 juli 2018 worden afgesloten. Echter dienden er nog concrete bepalingen over de netto toeslag uitgewerkt te worden in een uitvoeringsbesluit. Tot op heden is dit uitvoeringsbesluit er nog niet. Bovendien is er ook wat onenigheid tussen de regeringspartijen over de concrete uitwerking ervan. Zo wordt het idee nu geopperd om van de netto toeslag toch een bruto toeslag te maken.
Het is dan ook niet ondenkbaar dat de inwerkingtreding van het systeem wordt uitgesteld en dat de starterslonen nog niet kunnen toegepast worden vanaf 1 juli 2018. Daarom raden we aan om voorlopig nog geen arbeidsovereenkomsten met starterslonen af te sluiten.
Bron: Art. 18-22 van de Wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie, B.S. 30 maart 2018.
Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!