Met de tax shift wil de regering de lasten op arbeid verlagen en zo meer werkgelegenheid creëren. De eerste fase van de tax shift vond plaats in april 2016, met onder meer een daling van de patronale bijdragen tot 30%, een gedeeltelijke afschaffing van de IPA-korting en een versterking van de RSZ-vermindering eerste aanwervingen.
In 2018 werd de tweede fase doorgevoerd. De werkgeversbijdragen werden verder verlaagd naar 25%, de structurele vermindering werd afgebouwd. Om de koopkracht van de werknemers te verhogen werden de forfaitaire beroepskosten verhoogd, de belastingschijf van 30% afgeschaft en de belastingvrije som verhoogd.
Op 1 januari 2019 bereiken we de derde en voorlopig laatste fase van de tax shift. Hierna vindt u een overzicht van de belangrijkste maatregelen uit deze derde fase.
Werkgeversbijdragen profitsector
De basiswerkgeversbijdrage daalt niet verder en blijft vastgesteld op 25%.
In de structurele vermindering stijgt de kwartaalgrens voor lage lonen vanaf 1 januari 2019 nogmaals tot € 9.035 per kwartaal. Dit betekent dus een extra vermindering lage lonen voor alle kwartaallonen beneden deze grens.
Deze extra vermindering is in de praktijk evenwel zeer beperkt. De grens van € 9.035 werd al in 2016 vastgelegd. Sindsdien is de lageloongrens echter al een aantal keer geïndexeerd. Door de laatste indexatie bedroeg de lageloongrens reeds € 9.027.
Werkgeversbijdragen non profitsector
Voor de werkgevers van de sociale maribelsectoren bedraagt de werkgeversbijdrage nog steeds 32,40%. Deze is nooit verlaagd geweest in het kader van de tax shift.
Ook voor de non profitsector stijgt de kwartaalgrens voor lage lonen vanaf 1 januari 2019 met name naar € 7.590 per kwartaal (de vorige lage loongrens bedroeg € 7.548).
Stijging fiscale werkbonus
Door de toekenning van een werkbonus hebben werknemers met een laag loon recht op een vermindering van hun persoonlijke RSZ-bijdragen (sociale werkbonus) en van hun belastingen (fiscale werkbonus). Het bedrag van de fiscale werkbonus is een percentage van de effectief genoten sociale werkbonus. Het huidige percentage bedraagt 28,03%. Vanaf 1 januari 2019 wordt het percentage verhoogd naar 33,14%. Het maximumbedrag van de belastingvermindering wordt opgetrokken van € 420 naar € 500 per jaar.
Stijging belastingvrije som
Iedereen die onderworpen is aan de personenbelasting (dus zowel werknemers als bedrijfsleiders) heeft recht op een belastingvrije som.
Op dit ogenblik kennen we twee soorten belastingvrije sommen: de algemene van € 4.095 (niet-geïndexeerd) en de verhoogde belastingvrije som van € 4.260 voor belastingplichtigen met een belastbaar inkomen van maximaal € 25.220 (niet-geïndexeerde bedragen).
Vanaf 1 januari 2019 verdwijnt dit onderscheid en zal er slechts één bedrag gelden voor alle belastingplichtigen, met name € 4.785 (niet-geïndexeerd).
Verruiming belastingschijf van 40%
De belastingschijf van 40% wordt verder verruimd. Hierdoor zullen sommige inkomens niet meer onder de hogere schijf van 45% vallen.
Bron: Wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht, B.S. 30 december 2015.
Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!