Om de drie jaar moeten werkgevers met gemiddeld meer dan 100 werknemers nagaan hoe het gesteld is met de mobiliteit in hun onderneming. Voor werkgevers in Brussel is er naast deze federale verplichting bovendien nog een gewestelijke verplichting.
Het doel van deze enquête is tweeledig: betrouwbare statistische gegevens over mobiliteit verzamelen en mobiliteit op de agenda van het sociaal overleg plaatsen.
Wegens Covid-19 werd de enquête met een jaar uitgesteld.
Timing?
30 juni 2021 is in principe de referentiedatum: op deze datum bepaalt u het aantal werknemers en voert u de diagnose uit, maar de sociale partners zijn echter met de FOD Mobiliteit overeengekomen dat de vragenlijst pas in het najaar van 2021 moet worden ingevuld.
Vervolgens moet u het formulier ter advies aan de werknemersvertegenwoordigers voorleggen. De werknemersvertegenwoordigers hebben twee maanden de tijd om een advies over deze diagnose te formuleren. Dit advies moet samen met de diagnose worden meegedeeld.
Uiterlijk op 31 januari 2022 moet u het formulier hebben ingediend.
Ook voor Brusselse ondernemingen is de referentiedatum voor het opstellen van de diagnose 30/06/2021 en ligt de deadline voor het opsturen van het formulier van het bedrijfsvervoersplan (diagnose + actieplan) vast op 31/01/2022. Uiterlijk drie maanden na het versturen van het bedrijfsvervoersplan (BVP), moeten de Brusselse ondernemingen de contactpersoon aan de werknemers meedelen en hun de informatie over het vervoerplan ter beschikking stellen. Een handig overzicht van de deadlines kan u hier terugvinden.
Wat moet u doen?
U dient de vragenlijst elektronisch in te vullen. Het definitieve formulier zal u binnenkort hier terugvinden. Voor antwoorden op de meest courante vragen omtrent het invullen van de enquête kan u terecht op de pagina veel gestelde vragen, FAQ.
Voor Brusselse ondernemingen geeft de website van Leefmilieu Brussel een gedetailleerd overzicht van de te volgen procedure. Naast de mobiliteitsdiagnose moeten de werkgevers in Brussel een actieplan opstellen. Dit omvat maatregelen om de mobiliteit te verbeteren en het gebruik van duurzame vervoerswijzen te verhogen.
Bron: Programmawet van 8 april 2003, artikelen 161 en volgende, B.S., 17.04.2003; Gezamenlijk advies van de Nationale Arbeidsraad en Centrale Raad voor het Bedrijfsleven nr. 2.217 van 11 mei 2021; Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 juni 2017 betreffende de bedrijfsvervoerplannen, B.S., 09.06.2017.
Heeft u vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!