Een werknemer die arbeidsprestaties verricht in een ander land, wordt in principe belast in het land waar hij zijn arbeidsprestaties verricht. Door de coronacrisis werken veel werknemers echter van thuis uit. Omdat dit een invloed kan hebben op hun belastingen werden er hierover fiscale afspraken gemaakt met de buurlanden. Gezien de huidige coronamaatregelen werd er beslist om deze akkoorden nogmaals te verlengen.
België heeft zowel met Nederland, Frankrijk, Duitsland als Luxemburg een overeenkomst gesloten waarin duidelijkheid wordt verschaft over de situatie van de grensarbeiders in de context van het coronavirus, meer bepaald wat betreft de neutralisering van de dagen thuiswerk. Het thuiswerk in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland of Luxemburg ten gevolge van de coronacrisis wordt beschouwd als arbeidsprestaties in de werkstaat, voor zover de werknemer voor de betrokken dag thuiswerk in de werkstaat zou gewerkt hebben indien er geen coronamaatregelen zouden getroffen zijn.
Deze afwijkende regeling kan niet worden toegepast voor thuiswerk dat werknemers verricht zouden hebben mochten er geen coronamaatregelen genomen zijn, bijvoorbeeld indien de werknemer vóór de coronacrisis al structureel van thuis werkte.
De lopende fiscale akkoorden met Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg liepen af op 31 maart 2021 en worden nu verlengd tot 30 juni 2021. Elk akkoord bevat een aantal specifieke voorwaarden waaraan de werknemers moeten voldoen om van deze uitzonderingsmaatregel gebruik te kunnen maken. Meer informatie hierover is beschikbaar op de website van de FOD Financiën.
Bron: Bericht van de FOD Financiën van 2 april 2021: dubbelbelastingverdrag België-Duitsland, Nederland, Frankrijk en Luxemburg: akkoorden tussen bevoegde autoriteiten over thuiswerk verricht gedurende de Covid-19-gezondheidscrisis.
Heeft u vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!