Vrijstelling van prestaties tijdens de opzeggingstermijn: pas uw overeenkomst aan!

Wanneer een werkgever besluit om zijn werknemer te ontslaan, kan dit hetzij via een opzeggingstermijn, hetzij via de uitbetaling van een verbrekingsvergoeding.

Wordt het ontslag betekend met een opzeggingstermijn, moet de werknemer deze in principe komen uitwerken. De werkgever en werknemer kunnen echter in onderling akkoord afspreken dat de werknemer de termijn niet moet presteren en dus vrijgesteld wordt van prestaties. Zijn contract blijft verder lopen tot het einde van de opzeggingstermijn en de werkgever betaalt het loon gewoon verder volgens de normale betalingsperiodes.

Bij een vrijstelling van prestaties tijdens de opzeggingstermijn moet de werkgever vanaf 29 april 2019 de betrokken werknemer schriftelijk informeren van diens verplichting om zich, binnen de maand nadat de vrijstelling is toegekend, in te schrijven bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling van het gewest waar de werknemer zijn woonplaats heeft (VDAB, Actiris, Emploi formation SPW Wallonie, Arbeitsamt ).

In het schriftelijk akkoord waarin de modaliteiten van de vrijstelling van prestaties worden geregeld, kan u dus vanaf 29 april 2019 best een extra bepaling hierover toevoegen.

 

Bron: Wet van 7 april 2019 betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal, B.S. 19 april 2019, 2e editie.

 

Werkzoekende moet zich tijdig inschrijven om sancties te vermijden!

Een werkzoekende moet zich steeds inschrijven bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling bevoegd voor zijn woonplaats wanneer hij aanspraak wil maken op werkloosheidsuitkeringen. In Vlaanderen moet de inschrijving gebeuren bij de VDAB.

In het Belgisch Staatsblad van 19 april 2019 is een koninklijk besluit verschenen dat bepaalt dat in de volgende gevallen de werkzoekende twee maanden de tijd heeft om zich in te schrijven, nl.:

  • vanaf de dag waarop de werknemer gedurende de opzeggingstermijn minstens gedeeltelijk vrijgesteld werd van prestaties;
  • vanaf de dag van aanvang van een periode gedekt door een beëindigingsvergoeding die als loon wordt beschouwd, zoals een verbrekingsvergoeding, een niet-concurrentievergoeding, een uitwinningsvergoeding,…

De termijn van twee maanden kan verlengd worden met de volgende dagen:

  • een werkhervatting als loontrekkende of in een beroep waardoor de werknemer niet onder de sociale zekerheid, sector werkloosheid, valt;
  • een arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  • een uitputting van betaalde vakantie waarop de werknemer aanspraak kan maken;
  • een voorlopige hechtenis of vrijheidsberoving.

Wanneer de werkzoekende zich niet tijdig inschrijft, kan hij gedurende 4 weken van werkloosheidsuitkeringen geschorst worden.

Op de C4 zal wellicht een extra vermelding komen om de werkzoekende op zijn verplichting te wijzen.

Indien u een werknemer vrijstelt van prestaties tijdens de opzeggingstermijn, moet u de betrokken werknemer schriftelijk informeren van zijn verplichting om zich binnen de maand nadat de vrijstelling is toegekend, in te schrijven bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.

Beide bepalingen zijn dus niet op mekaar afgestemd. Daarom is het mogelijk dat er nog een wetswijziging zal plaatsvinden. Wij houden u uiteraard op de hoogte!

 

Bron: Koninklijk besluit van 7 april 2019 tot wijziging van de artikelen 51 en 52bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, B.S. 19 april 2019.

 

Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!