In 2014 voerde het eenheidsstatuut nieuwe opzeggingstermijnen in om het verschil tussen arbeiders en bedienden weg te werken.

Voor bepaalde sectoren, waaronder de bouwsector, werd er echter een tijdelijke afwijking met specifieke kortere opzeggingstermijnen toegestaan tot 31 december 2017.

Daarnaast was er voor de arbeiders uit de bouwsector die tewerkgesteld worden op tijdelijke en mobiele werkplaatsen ook een permanente uitzondering op de opzeggingstermijnen uit het eenheidsstatuut voorzien. Omdat het Grondwettelijk Hof geoordeeld heeft dat deze afwijking voor de bouwsector discriminerend is, mag ook deze uitzondering vanaf 1 januari 2018 niet meer toegepast worden.

Dit heeft belangrijke gevolgen voor de opzeggingstermijnen van de arbeiders van PC 124 vanaf 2018. Indien u deel uitmaakt van de bouwsector, vergeet niet om uw arbeidsreglement aan te passen.

 

  1. Opzeggingstermijnen tot 31 december 2017

 

De volgende opzeggingstermijnen zijn tot 31 december 2017 van toepassing op het ontslag van de arbeiders van PC 124:

 

Anciënniteit Opzeg door de werkgever Opzeg door de werknemer
< 3 maanden 2 weken 1 week
3 maanden tot < 6 maanden 4 weken 2 weken
6 maanden tot < 5 jaar 5 weken 2 weken
5 jaar tot < 10 jaar 6 weken 3 weken
10 jaar tot < 15 jaar 8 weken 4 weken
15 jaar tot < 20 jaar 12 weken 6 weken
vanaf 20 jaar 16 weken 8 weken

 

  1. Opzeggingstermijnen vanaf 1 januari 2018

Vanaf 1 januari 2018 zal dus een onderscheid moeten gemaakt worden tussen arbeiders in dienst van vóór 1 januari 2014 berekend volgens het zogenaamde “vastkliksysteem”. Voor deze werknemers moeten twee berekeningen gemaakt worden en de som van beide is de na te leven opzeggingstermijn.

Voor de arbeiders die in dienst zijn gekomen vanaf 1 januari 2014 wordt de opzeggingstermijn vanaf 1 januari 2018 volledig berekend op basis van het algemene stelsel dat sinds de invoering van het eenheidsstatuut van kracht is.

 

  • Indiensttreding vanaf 1 januari 2014

De opzeggingstermijnen van de arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst is gestart vanaf 1 januari 2014 volgen vanaf 2018 de algemene opzeggingstermijnen die voor arbeiders en bedienden voorzien werden door het eenheidsstatuut.

 

Anciënniteit bij ingang opzeggingstermijn Opzeg

door de

werkgever

Opzeg

door de

werknemer

< 3 maanden 2 weken 1 week
3 tot < 6 maanden 4 weken 2 weken
6 tot < 9 maanden 6 weken 3 weken
9 tot < 12 maanden 7 weken 3 weken
12 tot < 15 maanden 8 weken 4 weken
15 tot < 18 maanden 9 weken 4 weken
18 tot < 21 maanden 10 weken 5 weken
21 tot < 24 maanden 11 weken 5 weken
2 tot < 3 jaar 12 weken 6 weken
3 tot < 4 jaar 13 weken 6 weken
4 tot < 5 jaar 15 weken 7 weken
5 tot < 6 jaar 18 weken 9 weken
6 tot < 7 jaar 21 weken 10 weken
7 tot < 8 jaar 24 weken 12 weken
8 tot < 9 jaar 27 weken 13 weken
9 tot < 10 jaar 30 weken 13 weken
10 tot < 11 jaar 33 weken 13 weken
11 tot < 12 jaar 36 weken 13 weken
12 tot < 13 jaar 39 weken 13 weken
13 tot < 14 jaar 42 weken 13 weken
14 tot < 15 jaar 45 weken 13 weken
15 tot < 16 jaar 48 weken 13 weken
16 tot < 17 jaar 51 weken 13 weken
17 tot < 18 jaar 54 weken 13 weken
18 tot < 19 jaar 57 weken 13 weken
19 tot < 20 jaar 60 weken 13 weken
20 tot < 21 jaar 62 weken 13 weken
21 tot < 22 jaar 63 weken 13 weken
vanaf 22 jaar + 1 week per maximum 13
begonnen jaar weken

 

  • Indiensttreding vóór 1 januari 2014

Voor arbeiders van wie de arbeidsovereenkomst is gestart vóór 1 januari 2014 zal de opzeggingstermijn vanaf 1 januari 2018 berekend worden volgens het kliksysteem in 2 stappen, die samengeteld moeten worden.

De berekening van de opzeggingstermijn wordt opgesplitst in twee delen die worden samengevoegd:

Stap 1: Opzegtermijn berekend op basis van de op 31 december 2013 verworven anciënniteit

Stap 2: Opzegtermijn berekend op basis van de vanaf 1 januari 2014 verworven anciënniteit

 

Stap 1: Opzegtermijn berekend op basis van de op 31 december 2013 verworven anciënniteit

 

Er wordt een bijkomend onderscheid gemaakt naargelang de arbeider in dienst kwam vóór of vanaf 1 januari 2012

 

Arbeider in dienst vóór 1 januari 2012

 

Anciënniteit op
31 december 2013
Opzeg werkgever Opzeg werknemer
< 6 maand 3 werkdagen 1 werkdag
6 maand – 3 jaar 14 kalenderdagen 7 kalenderdagen
3 jaar – 20 jaar 28 kalenderdagen 14 kalenderdagen
> 20 jaar 56 kalenderdagen 28 kalenderdagen

 

Arbeider in dienst na 1 januari 2012

 

Anciënniteit op
31 december 2013
Opzeg werkgever Opzeg werknemer
< 6 maand 4 werkdagen 1 werkdag
6 maand – 3 jaar 16 kalenderdagen 7 kalenderdagen
3 jaar – 20 jaar 32 kalenderdagen 14 kalenderdagen
> 20 jaar 64 kalenderdagen 28 kalenderdagen

 

Stap 2: Opzeggingstermijn berekend op basis van de vanaf 1 januari 2014 verworven anciënniteit

 

In stap 2 wordt de opgebouwde opzeggingstermijn vanaf 01/01/2014 berekend. Dit gebeurt aan de hand van de onderstaande tabel die ook van toepassing is voor indiensttredingen vanaf 01/01/2014. De anciënniteit van de werknemer wordt hierbij op 01/01/2014 fictief op 0 gezet.

 

Anciënniteit bij ingang opzeggingstermijn Opzeg

door de

werkgever

Opzeg

door de

werknemer

< 3 maanden 2 weken 1 week
3 tot < 6 maanden 4 weken 2 weken
6 tot < 9 maanden 6 weken 3 weken
9 tot < 12 maanden 7 weken 3 weken
12 tot < 15 maanden 8 weken 4 weken
15 tot < 18 maanden 9 weken 4 weken
18 tot < 21 maanden 10 weken 5 weken
21 tot < 24 maanden 11 weken 5 weken
2 tot < 3 jaar 12 weken 6 weken
3 tot < 4 jaar 13 weken 6 weken
4 tot < 5 jaar 15 weken 7 weken
5 tot < 6 jaar 18 weken 9 weken
6 tot < 7 jaar 21 weken 10 weken
7 tot < 8 jaar 24 weken 12 weken
8 tot < 9 jaar 27 weken 13 weken
9 tot < 10 jaar 30 weken 13 weken
10 tot < 11 jaar 33 weken 13 weken
11 tot < 12 jaar 36 weken 13 weken
12 tot < 13 jaar 39 weken 13 weken
13 tot < 14 jaar 42 weken 13 weken
14 tot < 15 jaar 45 weken 13 weken
15 tot < 16 jaar 48 weken 13 weken
16 tot < 17 jaar 51 weken 13 weken
17 tot < 18 jaar 54 weken 13 weken
18 tot < 19 jaar 57 weken 13 weken
19 tot < 20 jaar 60 weken 13 weken
20 tot < 21 jaar 62 weken 13 weken
21 tot < 22 jaar 63 weken 13 weken
vanaf 22 jaar + 1 week per begonnen jaar maximum 13 weken

 

  1. Enkele voorbeelden

Een arbeider in PC 124 die in dienst is sinds 1 april 2015 wordt ontslagen op 29 januari 2018.

In de regelgeving eenheidsstatuut zal de opzeggingstermijn 12 weken bedragen.

Ter informatie: de huidige opzeggingstermijn voor deze anciënniteit bedraagt 5 weken.

 

Een arbeider in PC 124 die in dienst is sinds 1 augustus 2012 wordt ontslagen op 29 januari 2018.

In de regelgeving eenheidsstatuut zal de opzeggingstermijn in 2 delen bepaald worden:

Stap 1: 16 kalenderdagen (anciënniteit op 31/12/2013)

Stap 2: 15 weken (anciënniteit vanaf 1/01/2014)

De totale opzeggingstermijn zal 16 kalenderdagen + 15 weken bedragen

Ter informatie: de huidige opzeggingstermijn voor deze anciënniteit bedraagt 6 weken.

 

  1. Algemene bepalingen met betrekking tot deze nieuwe opzeggingstermijnen

Deze nieuwe opzeggingstermijnen zullen voor PC 124 van toepassing zijn in geval van een verbreking van de arbeidsovereenkomst na 31 december 2017 en in geval van een ontslag met het presteren van een opzeggingstermijn waarvan de kennisgeving uitwerking heeft na 31 december 2017.

 

Ondernemingen die in hun arbeidsreglement de sectorale afwijkende opzeggingstermijnen voor de bouwsector hebben opgenomen, zullen deze bepalingen vanaf 2018 moeten vervangen door de nieuwe opzeggingstermijnen die vanaf die datum van toepassing zijn. Het is wel voldoende dat alle betrokken werknemers een kopie van de wijziging krijgen waarbij zij tekenen voor kennisname. Binnen 8 dagen na inwerkingtreding moet er ook een kopie van de wijziging naar de Inspectie Toezicht op de Sociale Wetten verstuurd worden en moeten toegevoegd worden aan het arbeidsreglement.

 

De afschaffing van de afwijkende opzeggingstermijnen heeft ook tot gevolg dat de regeling van de ontslagmotivering van cao nr. 109 vanaf 1 januari 2018 van toepassing zal worden op de arbeiders van de bouwsector. Deze regeling komt dan in de plaats van de huidige regeling van het willekeurig ontslag.

 

Cao nr. 109 bepaalt dat een werknemer in geval van een kennelijk onredelijk ontslag een extra vergoeding van zijn werkgever kan eisen tussen 3 en 17 weken loon. Bij een betwisting zal de exacte hoogte van de vergoeding door de rechter bepaald worden.

 

 

 

 

Heeft u nog vragen? Wenst u meer informatie over dit artikel? Neem gerust contact op met de juridische dienst!